dinsdag 20 mei 2014

Ongeschikt voor het grote toerisme

Ruim zeven weken ben ik nu onderweg, het wordt echt met de dag leuker. Elke dag zie ik weer nieuwe mooie dingen, zelfs op dagen dat ik gewoon op het terras blijf zitten. Waar Korea door zijn toegankelijkheid nog als vakantie voelde, ben ik hier in de Filipijnen echt op reis. Op reis door een land dat eigenlijk helemaal (nog?) niet is ingericht voor toerisme, zoals andere landen in Zuid Oost Azië dat zeker wel zijn. Het maakt dat alles hier de nodige moeite, energie en tijd kost.

Simpele dingen als geld pinnen of postzegels kopen, soms duurt het dagen voor het lukt. Mijn Nederlandse bankpasje werd tot nu toe maar eenmaal door een bank geaccepteerd. De Mastercard werkt bij twee banken, maar weigert ook vaak. Daarbij geven banken niet meer dan 10.000 pesos (162 euro) per 24 uur per pas. In kleinere steden of dorpen zijn geen pinautomaten. Alles bij elkaar vergt het de nodige planning om altijd genoeg geld bij je te hebben.

Jezelf verplaatsen is, buiten Manila, even uitdagend. De wegen zijn vaak slecht of niet veel meer dan een zandpad met diepe afgrond. Bussen en jeepneys rijden alleen 's ochtends en vertrekken niet volgens een vast tijdschema, maar rijden pas als ze vol zijn. Als ze niet vol raken, rijden ze die dag gewoon niet.

Stroomstoringen en wateronderbrekingen zijn aan de orde van de dag, wederom: overal behalve in Manila. Altijd een zaklamp bij je hebben is erg handig en een fles water reserve houden op je kamer kan heel praktisch zijn. Meestal is het van korte duur, maar soms zit er een pechdag tussen.

Nu lijkt het net of ik een verschrikkelijk land schets... maar niets is minder waar! Dit is gewoon zoals het is en elke Filipino leeft met een grote glimlach, zonder te morren. Je kunt als reiziger niet veel anders dan meegaan in het ritme. Het gebrek aan Westers comfort maakt de charme van dit land. Dat klinkt vast iets te idealistisch, maar ergens klopt het wel. Als je je tegen alle gebreken verzet, wordt het hier niet leuk. Je kunt niet anders dan je mee laten voeren op het ritme hier. Hoe hard je ook zucht, die zoveelste koude douche wordt er niet warmer van.

Ondanks dat het allemaal niet vanzelf gaat, maken de prachtige omgeving en de lieve mensen heel veel goed. Waar mensen in bijvoorbeeld India alleen vriendelijk zijn als ze daar zelf winst uit kunnen halen, zijn de Filipino's -vooralsnog- oprecht behulpzaam zonder bijbedoelingen. De natuur is bizar mooi, ik vond het jammer om na drie weken de bergen in het noorden te moeten verlaten. Gewoon op het balkon van de Sanafe Lodge in Banaue zitten was al fijn, kijken naar de zich opbollende wolken voor de 'afternoon rain' en de voorbij rijdende jeepneys die tot op het dak vol zaten met passagiers, of naar de mensen in de rijstvelden. Heerlijk!

Gisteren vloog ik van Manila naar Puerto Princessa, 'hoofdstad' van het eiland Palawan. De aankomsthal van het 'vliegveld' was zo klein dat ik al bijna buiten stond zonder bagage. De bagageband was zo kort, dat ik er compleet overheen keek... Over twee weken vlieg ik weer terug naar Manila. Ik ben een paar dagen hier in Puerto en vrijdag ga ik naar El Nido, een strandbestemming in het uiterste noorden van het eiland. Daar ga ik tien dagen niks doen, naar de zee kijken, boeken lezen en naar de wolken staren. Even bijkomen van de afgelopen weken.

In Puerto slaap ik in Banwa Art House, een klein pension (5 kamers) vol met kunst. Zowel traditionele als moderne Filipijnse werken. Daarbij hebben ze een fijne veranda die dienst doet als restaurant en woonkamer, de perfecte plek om een paar uur te zitten met een glas vers sap.

1 opmerking: