woensdag 6 augustus 2014

Bandoeng Bandung

Dinsdagochtend in Cianjur. Aan de ontbijttafel hoor ik dat we (twee Nederlandse jongens en ondergetekende) niet met de bus naar Bandung gaan, maar dat we een lift krijgen van Arman, een vriend van onze gastheer Yudi. Arman moet voor zaken in Bandung zijn en wij kunnen meerijden. Onze gids van maandag, David, gaat ook mee, hij wil op familiebezoek bij zijn oom van 82.

Zo gingen we op pad. Het verkeer stond muurvast en het duurde vier uur om de 60km naar de stad af te leggen. Arman dropt mij bij mijn hostel, we wisselen telefoonnummers uit en spreken af dat ze me over een uurtje weer op komen halen. Intussen vinden de jongens ergens anders een slaapplaats.

Later die middag leidt David ons door de stad waar hij naar school ging en studeerde. David is docent geschiedenis in Cianjur en weet veel van de Nederlandse achtergrond hier in de omgeving. We zien mooie gebouwen, de één na de ander. We zien de oudste boekhandel van de stad, geopend in de jaren '20, het staat er vol met grote landkaarten en vergeelde boeken. We lopen naar het postkantoor met een grote Nederlandse brievenbus van een firma uit Ulft. En we zien nog tientallen andere Nederlandse gebouwen. De huidige burgemeester schijnt er alles aan te doen om de geschiedenis te behouden en niet te laten verpauperen. Wat mij betreft is hij daarin geslaagd.

Bandung is niet zo chaotisch als Jakarta, er is veel groen, het voelt veilig en alles is op loopafstand van elkaar te vinden. We eten op straat en drinken Bintang. Davids enthousiasme is aanstekelijk en de jongens zijn goed gezelschap. 's Avonds na tienen brengen de mannen me veilig terug naar mijn hostel. We nemen afscheid en wisselen nog gauw adressen uit. David wil geen geld zien, we hebben zijn maaltijden betaald en voor hem is het daarmee goed. Morgen gaan we allemaal een andere kant op, zo gaat dat met ontmoetingen op reis, kort maar krachtig. We kennen elkaar pas vier dagen, maar het voelt als jaren.

Woensdagochtend spendeer ik drie uur (!) op het station om een treinkaartje naar Yogyakarta te boeken. Vrijdag blijkt al uitverkocht, dus ik ga zaterdag. Met de Argo Wilis, de luxe trein die alleen 'eksekutif' stoelen heeft. Acht uur in de trein voor 20 euro in plaats van de goedkopere 8 euro in de 'bisnis' klasse (ook niets mis mee overigens). Ik heb al sinds ik eind maart naar Schiphol ging niet meer in een echte trein gezeten, dus deze eerste keer mag ik van mezelf een luxe trein.

De rest van de dag dwaal ik nog een keer langs al die mooie gebouwen en verwonder ik me over zoveel Nederlandse historie zo ver van huis. Ik bezoek een museum, drink thee en eet klappertaart in een wijk die ze hier 'Little Den Haag' noemen. Ik eet murtabak op straat bij een eethuisje dat David me gisteren aanraadde en maak plannen voor donderdag.

Bandoeng Bandung is eveneens de titel van een boek van F. Springer, het verhaalt prachtig over de stad waar ik nu ben. Een aanrader om te lezen als je hier heen wilt gaan. Deze stad, waar Lonely Planet niet enthousiast over is, verre van enthousiast. De regeringen van o.a. de VS en Australië raden hun burgers zelfs af deze kant van Java te bezoeken, omdat er terroristen zouden zitten. Ik heb geen terrorist gezien, wel tientallen lieve mensen. Ik denk dat ik Lonely Planet een brief moet schrijven om te vragen of ze wel écht in Bandung geweest zijn. Of ze al die art déco panden wel gezien hebben. Deze stad werd het 'Parijs van Java' genoemd, ik proef dezelfde sfeer. En dat ze David als gids moeten vragen, voor een positief stuk over Bandung in de volgende editie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten